Beperking en ontbinding van een franchise non concurrentiebeding

Er zijn meerdere juridische mogelijkheden voor de ontbinding van een franchise non concurrentiebeding. In een procedure wordt meestal een beroep gedaan op een aantal gronden tegelijkertijd.

1. De ontbinding van een franchise non concurrentiebeding of het hele franchisecontract kan op grond van dwaling worden gevorderd, bijvoorbeeld omdat de franchisegever verkeerde informatie of prognoses heeft gegeven, of er een verkeerd beeld is gegeven over de knowhow die zou worden overgedragen. Met de ontbinding van de overeenkomst kan ook het concurrentiebeding worden ontbonden. (Meer over dwaling en franchise non concurrentiebeding)

2. Een andere grond is de vernietiging van het non concurrentiebeding als onredelijk bezwarende algemene voorwaarde. Deze mogelijkheid is in de wet opgenomen, in art. 6:233 lid 1 sub a BW. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen artikelen die de kern van de samenwerking betreffen (prijs, duur, plaats, kernactiviteiten) en standaard bepalingen die in alle contracten staan die de franchisegever afsluit (bijv. aanwijzing rechter, concurrentiebeding, geheimhouding). (Meer over vernietiging concurrentiebeding als onredelijke algemene voorwaarde)

3. Het concurrentiebeding kan onduidelijk zijn, omdat bijvoorbeeld de werkzaamheden in heel algemene woorden worden beschreven. De franchisenemer kan dan aan de rechter vragen om op basis van uitleg van overeenkomst de werking van de bepaling vast te leggen. Als de tekst onduidelijk is, komt die onduidelijkheid meestal voor rekening van de franchisegever, omdat hij de bepaling heeft opgesteld. (Meer over beperking van het concurrentiebeding door uitleg van de franchiseovereenkomst)

4. Een concurrentiebeding kan worden aangepast als het in strijd is met de Nederlandse Wet Franchise. De Wet Franchise is gemaakt door vertegenwoordigers van franchisegevers en franchisenemers. De Wet Franchise is ook bedoeld om bij geschillen te worden gebruikt. (Meer over aanpassing van een concurrentiebeding wegens strijd met de Nederlandse Franchise Code)

5. Een concurrentiebeding of de franchiseovereenkomst kan ook worden vernietigd in geval van bedreiging, bedrog of misbruik van omstandigheden bij het sluiten van de overeenkomst. Deze mogelijkheid is opgenomen in art. 3:44 BW. Dit omvat meer mogelijkheden dan alleen het spreekwoordelijke “pistool tegen het hoofd”. Bijvoorbeeld bij onervarenheid van een contractspartij of misbruik van een economische machtspositie. (Meer over vernietiging van het non concurrentiebeding wegens een wilsgebrek)

6. Voor een concurrentiebeding bij franchise zijn geen specifieke wettelijke bepalingen. Voor andere samenwerkingen (bijv. agentuur en arbeidsovereenkomst) zijn er wel specifieke bepalingen, met specifieke beperkingen. Als de franchiserelatie elementen onderwerpen bevat van deze samenwerkingsvormen, dan kunnen de voor deze samenwerkingen bedoelde wetsartikelen doorwerken en leiden tot ontbinding van een franchise non concurrentiebeding. (Meer over de doorwerking van andere samenwerkingsvormen in een franchise relatie )

7. Een non concurrentiebeding kan ook worden aangetast omdat het in strijd is met artikel 6 van de Mededingingswet. De mededingingsregels zijn er voor om afspraken van concurrentiebeperking te voorkomen. De franchisenemer moet dan bewijzen dat het beding de mededinging op de Nederlandse markt merkbaar verhindert, beperkt of vervalst. Deze vernietigingsgrond is meestal alleen geschikt voor grotere franchiserelaties. (Meer over franchise en strijd met mededingingsregels)

8. Tenslotte vormt de zog. beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid een mogelijkheid om een beding te beperken. De rechter kijkt dan of een tussen partijen geldende bepaling “gezien de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbare gevolgen heeft.” De rechter is terughoudend in de toepassing, deze grond functioneert als een soort “laatste kans”. (Meer over het franchise non concurrentiebeding en strijd met de redelijkheid en billijkheid)

Let goed op hoe u een concurrentiebeding beperkt. Elke beperkingsgrond voor het concurrentiebeding heeft zijn eigen haken en ogen in de onderbouwing. Soms is het goed om de hele overeenkomst te ontbinden of vernietigen, maar soms juist niet. Naast het concurrentiebeding kunnen ook andere onderwerpen worden geraakt als u bepaalde standpunten inneemt en bepalingen vernietigt. Als u de hele franchiseovereenkomst vernietigt, wat betekent dit dan voor het werk dat al is verricht of vergoedingen die zijn betaald of verschuldigd zijn?

Het is vaak moeilijk te overzien waar nu precies het “omslagpunt” van een regel zit. Bijvoorbeeld  door welke (extra) omstandigheid een contract onredelijk bezwarend wordt. Als u vrijblijvend wil sparren over de regels en de details van uw concurrentiebeding-zaak, kunt u contact opnemen.

Ik (Jaap van Lynden) ben partner bij Coupry advocaten te Den Haag, gespecialiseerd in Samenwerken en Ontvlechten. Deze website heb ik op persoonlijke titel ontwikkeld, om kennis over dit onderwerp met u te delen. Mijn toegevoegde waarde as advocaat zit niet in het delen van deze algemene kennis, maar om in de unieke omstandigheden van uw zaak het beste voor u te bereiken. En u te ontlasten van het probleem waar u mee zit.

Als u mij belt, kunnen we direct bekijken hoe we dit samen kunnen aanpakken. Mijn nummer is 06 52 67 59 57.