Franchise concurrentiebeding onaanvaardbaar

Een andere manier om een concurrentiebeding te beperken of buiten werking te stellen, is een beroep op de zog. beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid zoals opgenomen in art. 6: 248 lid 2 BW. Op grond van dit artikel is een tussen de franchisegever en de franchisenemer geldende regel niet van toepassing, voor zover dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Dit is een zware drempel. Het uitgangspunt in het recht is dat partijen hun overeenkomsten moeten nakomen. Alleen in uitzonderingsgevallen wordt een bepaling op deze grond door de rechter buiten werking gesteld. Deze manier om het concurrentiebeding te neutraliseren lijkt veel op de dwaling en de vernietiging van algemene voorwaarden, maar moet voldoen aan zwaardere eisen. Het kan een oplossing bieden in gevallen die net buiten die andere vernietigingsgronden vallen.

De rechtbank Arnhem heeft een franchise concurrentiebeding onaanvaardbaar geacht in een geschil over opzegging door de franchisenemer van een supermarkt franchise relatie. De supermarkt was al vier generaties in bezit van de familie van franchisenemers. De franchisegever zat middenin een formule verandering, waardoor de franchisenemer haar formule moest veranderen. De nieuwe supermarktformule van franchisegever was echter nog bij lange na niet klaar. De franchisenemer wist dus nog niet wat zij allemaal moest investeren om te kunnen voldoen aan de formuleveranderingen van de franchisegever. De franchisenemer had de franchiserelatie op grond van deze onzekerheid opgezegd, maar de franchisegever wilde haar aan het concurrentiebeding houden. De rechter overwoog dat de franchisenemer dan ����n jaar lang verstoken zou blijven van inkomsten en dat zij het pand zou moeten afstoten dat sinds 1925 familiebezit was. De rechtbank oordeelde dat onaanvaardbaar was dat de franchisegever zich onder deze omstandigheden op nakoming van het concurrentiebeding zou beroepen. (Zie hier de��volledige uitspraak van de Rechtbank Arnhem.)

 

Terug naar het overzicht “non-concurrentiebeding beperken”.